Prinsjesdag 2018 zit er weer op, en niet anders dan voorgaande jaren vlogen de cijfers weer om de oren. De kabinetsplannen voor volgend jaar zijn nog niet allemaal definitief. Over een aantal voorstellen moet er nog gestemd worden, en een deel werd in 2017 al vastgelegd in het regeerakkoord. Des al niet te min zullen er veel veranderingen optreden in onder andere het inkomen, btw, kinderen, zorg, werk en wonen. 

De gevolgen voor het inkomen

De koopkracht valt volgend jaar naar verwachting 1,5 procent hoger uit dan dit jaar. In 2019 zouden zo’n 96% van de huishoudens het beter krijgen dan in 2018. Daarbij gaan alle inkomensgroepen er meer op vooruit dan verwacht, maar de huishoudens met de laagste inkomens profiteren het minst. Werkenden worden voorzien van een plus van 1,6%, gepensioneerden 1,5% en uitkeringsgerechtigden 0,9%.

Het aantal belastingschijven gaat van vier naar twee, dit was echter al afgesproken in het regeerakkoord. Per 2021 komt er een basistarief van 37,05% en een toptarief van 49,5% voor het inkomen boven de 68,507 euro. In 2019 zullen de nieuwe schijven in fases worden ingevoerd. Het tarief van de huidige eerste schijf is 36,65% en de tweede en derde schijf 38,1%. Het nieuwe stelsel is voordelig voor mensen met een inkomen boven 20.000 euro, mensen die volgend jaar 35.000 euro verdienen, zullen er 380 euro op vooruit gaan. Voor mensen met de AOW-gerechtigde leeftijd zullen er andere tarieven gelden.

Verder zal de algemenen heffingskorting, een korting op de inkomensbelasting en premie volksverzekering, stijgen. Deze heffing is van toepassing voor iedereen die in Nederland woont en loonbelasting of inkomensbelasting betaalt. Hoe minder je verdient, hoe hoger de korting is. Mensen met een inkomen tot 50.000 euro krijgen in 2019 meer korting en hoeven dus minder belasting te betalen. Dit kan hun besteedbaar inkomen met maximaal 184 euro verhogen.

Een stijging van de btw over producten en diensten

Vanaf 1 januari 2019 zullen Nederlanders meer btw moeten betalen voor producten en diensten die onder het lage tarief vallen. Het btw-tarief stijgt van 6 naar 9 procent. Dit betekent dat onder andere boodschappen, boeken en een trein of bus rit iets duurder gaan worden. Volgens het kabinet zullen huishoudens volgend jaar zo’n 300 euro meer kwijt zijn.

Huishoudens met kinderen gaan erop vooruit

In 2019 krijgen vaders en partners langer betaald kraamverlof. Het geboorteverlof bestaat nu uit twee dagen, en dit zal naar vijf dagen gaan. Of het kraamverlofplan doorgaat is nog afhankelijk van het aantal stemmen. Huishoudens met kinderen kunnen daarbij een hogere kinderbijslag verwachten. Ouders met twee kinderen op de basisschool zullen 150 euro meer ontvangen. Dit zal een stijging van 85 euro per gezin betekenen. Ook het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag zullen in 2019 stijgen.

De veranderingen in de zorg

Het kabinet verwacht dat in heel 2019 Nederlanders ongeveer 1.432 euro kwijt zullen zijn aan hun zorgpremie. Dit zou betekenen dat een basisverzekering volgend jaar 124 euro duurder zal zijn in vergelijking met dit jaar. Dit valt echter te bepalen door de zorgverzekeraars zelf, of en in welke mate premies worden verhoogd. In november moeten de verzekeraars uiterlijk bekendmaken.

De zorgtoeslag zal ter compensatie stijgen voor veel mensen. In 2019 kunnen alleenstaanden een maximaal bedrag van 1.233 euro aan zorgtoeslag ontvangen, dat is een stijging van 94 euro. Voor huishoudens bestaande uit meerdere personen gaat de zorgtoeslag met maximaal 281 euro omhoog naar 2.402 euro.

De Wmo-voorzieningen stapt over naar een abonnementstarief. Het systeem bestaat nu uit eigen bijdragen voor ondersteuning, per januari wordt dit vervangen door een abonnement. Mensen die gebruikmaken van de Wmo-voorzieningen gaan dan 19 euro per maand betalen.

Mensen in de langdurige zorg zullen in 2019 minder op hun vermogen in te teren voor het betalen van een eigen bijdragen. Om de hoogte van de eigen bijdrage te bepalen wordt een kleiner deel van hun vermogen meegeteld. De vermogensinkomensbijtelling voor de eigen bijdrage in de Wet langdurige zorg wordt gehalveerd naar 4% van het eigen vermogen.

Werken in 2019

De arbeidskorting stijgt voor werknemers en zelfstandigen die tussen de 20.000 en 60.000 per jaar verdienen. Hierdoor houden ze meer over van hun loon. Iemand met een inkomen van 35.000 per jaar houdt 85 euro meer over. Echter zal een ander met een inkomen van 65.000 euro per jaar 653 euro minder overhouden dan in 2018.

Het kabinet wil de fiscale regels voor een fiets, elektrische fiets of speedpedelec van de zaak gemakkelijker maken. Vanaf 2020 zal er een bijtellingspercentage van 7% gelden voor privégebruik van een bedrijfsfiets. Dit betekent dat een werknemer 7% van de waarde van de adviesprijs bij het eigen inkomen moet optellen.

De onbelaste onkostenvergoeding voor vrijwilligers zal in 2019 gaan stijgen. Voorheen was dit maximum bedrag 1.500 per jaar of 150 euro per maand. Dit bedrag gaat omhoog naar 1.700 per jaar of 170 euro per maand.

De voor- en nadelen wat betreft wonen in 2019

De belasting op aardgas gaat omhoog, per kubieke meter aardgas stijgt het met 3 eurocent. De belasting op elektriciteit gaat echter omlaag. Per kilowattuur elektriciteit daalt het met een bedrag van 0,72 eurocent. Het gaat hierbij om de tarieven van de eerste schijven, waar de meeste huishoudens met hun energieverbruik in vallen.Het kabinet verwacht dat huishoudens met een gemiddeld energieverbruik in 2019 ongeveer 130 euro meer kwijt zullen zijn aan energiebelastingen dan in 2018. De energiebelasting per elektriciteitsaansluiting met een specifiek bedrag verlaagd. Nu is de belastingvermindering 308,54 euro, deze zal in 2019 zakken naar 257,54 euro.

Bron: Nu.nl