In haast alle Nederlandse steden is er geen ontkomen aan betaald parkeren. Uiteraard spant de Randstad de kroon, met hoofdstad Amsterdam als absolute koploper. Autobezitters die in de oude binnenstad of de Plantagebuurt van Amsterdam resideren, betalen over het algemeen het meeste voor een parkeervergunning ten opzichte van heel Nederland, gevolgd door Utrechters.

Amsterdam is met afstand de duurste

Dit blijkt uit cijfers van datapersbureau LocalFocus, die de gegevens van alle 352 gemeenten erbij pakten. Om tot een compleet rapport te komen is telkens uitsluitend gekeken naar de vergunningskosten van een eerste auto, exclusief eventuele leges of administratieve kosten en zijn parkeerontheffingen niet meegerekend.

We zouden het spannend kunnen maken, maar iedereen die ooit een stap heeft gezet in Amsterdam, weet dat het daar de spuitgaten uitloopt qua parkeerkosten. Dat is al ruim een decennia zo, en er zijn geen tekens dat het in de nabije toekomst zal teruglopen – integendeel zelfs. Zij die in de Singel of in de Plantagebuurt wonen, zijn jaarlijks het allermeeste kwijt voor een parkeervergunning, namelijk gemiddeld € 568, terwijl in stadsdeel noord bewoners al weg komen met € 32 per jaar.

Maar duur parkeren is uiteraard niet exclusief aan Amsterdam besteed. Onder andere Utrecht (€ 442 euro), Sneek (€ 299), Groningen (€ 296), Deventer (€ 292) en s’ Hertogenbosch (€ 286) hanteren prijzige jaarlijkse tarieven voor een vergunning. Daarentegen vallen twee andere steden in de Randstad, Rotterdam en Den Haag, op vanwege de relatief lage kosten: respectievelijk € 115,20 en € 64,80.

Tien gemeenten doen niet aan parkeervergunningen

Toch hoeven lang niet alle Nederlanders naar de knip te grijpen om te mogen parkeren. Van alle 352 gemeenten zijn er bij zes op de tien gemeenten helemaal geen parkeervergunningen nodig. Daarnaast zijn er nog 20 gemeenten waar in sommige buurten wél een vergunning moet worden aangevraagd, maar die zijn kosteloos.