Enkele weken geleden oordeelde de rechtbank in Amsterdam in het voordeel van Formule 1-coureur Max Verstappen. Dat betekende dat online-supermarkt Picknick € 350.000 schadevergoeding moeten betalen aan Verstappen, omdat ze onrechtmatig een look-alike van hem in een van hun commercials gebruikte. Wat bedoeld was als een grap, mondt uit in een jarenlang juridisch gevecht.

“Een geintje moet kunnen, ook met een ‘portret’ van Max”

Sinds uitspraak van de Hoge Raad heeft Picknick niets van zich laten horen. Tot nu. Picnic-directeur Michiel Muller is echter nog niet van plan om de som geld over te maken naar Verstappen en zijn team.

Max Verstappen lookalike

“Wij feliciteren Verstappen. Het is natuurlijk mooi voor Max dat een lookalike toch een portret kan opleveren. Maar of dat voor de uitkomst van onze zaak wat uitmaakt is zeer de vraag. Het gerechtshof moet nu beoordelen of Verstappen een redelijk belang heeft om zich te verzetten tegen een parodiërend filmpje. Het begint eigenlijk weer opnieuw”, aldus Muller.

Misbruik van de bekendheid van Verstappen

Volgens Muller heeft de Hoge Raad alleen besloten dat een lookalike ook een portret kan zijn, dus hij ziet geen reden om te de schadeclaim daadwerkelijk te betalen. Hij benadrukt tevens dat Picnic in 2016 nog erg kleinschalig was en dat het gewoon een grap is. Max Verstappen en zijn team zijn het daar overduidelijk niet mee eens en vinden dat er misbruik is gemaakt van zijn bekendheid.

Video dateert uit 2016

Het voorgeval vond al acht jaar geleden plaats, toen Picknick een Facebook-video deelde met een lookalike van de Wereldkampioen Formule 1 2021. Het was bedoeld als knipoog naar de reclame van de Jumbo, waar de écht Verstappen boodschappen rondbrengt in een F1-auto, die een dag eerder werd uitgezonden. In 2018 oordeelde de Rechtbank in Amsterdam al dat Picnic de supermarktpartij Verstappen een vergoeding moet betalen van €150.000, maar na in hoger beroep te zijn gegaan, kwamen ze uit op een schadeclaim van € 350.000.

Lex de Jager, de advocaat van Verstappen, gaat de schadeclaim ‘nog overleggen met zijn cliënt’ en is van mening dat het “duidelijk is dat er onrechtmatig van het portret van Max gebruik is gemaakt.”