Paetongtarn Shinawatra, de huidige Thaise premier en lid van één van de machtigste en rijkste families in het land, heeft haar indrukwekkende vermogen openbaar gemaakt. Deze onthulling, verplicht door de Nationale Anti-Corruptiecommissie (NACC), laat zien hoe groot haar persoonlijke rijkdom is. Met bijna € 400 miljoen aan bezittingen behoort Shinawatra tot de elite van het land.

Thaise premier blijkt over maar liefst € 400 miljoen aan bezittingen te beschikken

Thaise politici zijn wettelijk verplicht hun vermogen op te geven aan de NACC om transparantie te bevorderen en corruptie tegen te gaan. Paetongtarn, die in september 2023 premier werd, heeft een gedetailleerde lijst ingediend waarin ze omgerekend bijna € 390 miljoen aan activa vermeldt. Deze lijst omvat een brede waaier aan luxe goederen, waaronder 217 handtassen ter waarde van € 2,1 miljoen, 75 luxe horloges met een geschatte waarde van € 4,6 miljoen, 205 sets oorbellen ter waarde van € 1,5 miljoen, 67 kettingen met een gezamenlijke waarde van bijna € 1 miljoen en 23 auto’s, goed voor bijna € 2 miljoen.

Daarnaast gaf de premier ruim € 300 miljoen aan investeringen op, evenals bijna € 28 miljoen aan contanten en bankdeposito’s. Haar bezittingen omvatten eigendommen in onder andere Japan en Londen.

Dochter van voormalig Manchester City-eigenaar

Paetongtarn is de jongste dochter van voormalig premier en miljardair Thaksin Shinawatra, wiens geschatte vermogen volgens Forbes € 1,7 miljard bedraagt. Hij verdiende zijn fortuin in de telecommunicatiesector en was in het verleden eigenaar van de voetbalclub Manchester City. Tijdens zijn ambtstermijn (2001-2006) was Thaksin omstreden vanwege beschuldigingen van corruptie, belangenverstrengeling en bevoordeling van familieleden en zakenpartners. Ondanks deze controverses blijft de invloed van de familie Shinawatra groot in de Thaise politiek.

Paetongtarns rijkdom is niet uniek in de politieke elite van Thailand. Veel prominente figuren hebben een voorliefde voor luxe goederen. Zo was oud-generaal en politicus Prawit Wongsuwan berucht vanwege zijn collectie van meer dan twintig luxe horloges, die hij echter niet had opgegeven bij de NACC. Prawit beweerde dat de horloges waren geleend van een overleden vriend en werd uiteindelijk vrijgesproken van enig wangedrag.