Afgelopen weekend trokken voor het vierde jaar op rij ruim 100.000 mensen naar Zandvoort voor de Formule 1 Grand Prix op het circuit aldaar. Het veelal in oranje gehulde gezelschap zag ditmaal Verstappen eens niet op de bovenste trede van het podium verschijnen, die de prestigieuze winst dit jaar moest afstaan aan zijn kornuit Lando Norris. Desondanks was het racespektakel een regelrecht feest, ook qua financiën. Echter zal 2026 het laatste jaar van de Grand Prix zijn, en dat gaat Zandvoort flink in de verdiensten merken, zo is de verwachting.

Zandvoort strijkt miljoenen op met organisatie van Formule 1 Grand Prix

De Formule 1 is sinds 2020 terug op het prestigieuze circuit in Zandvoort. De eerste race werd door de Coronacrisis echter een jaartje uitgesteld, naar 2021. Sindsdien is de hegemonie van thuisheld Max Verstappen op Zandvoort aanwezig, tot afgelopen weekend, toen hij van de troon werd gestoten door zijn goede vriend Lando Norris, die met overmacht won. En zo keerden de ruim 90.000 racefans zondag enigszins teleurgesteld weer huiswaarts. Enfin, volgend jaar een nieuwe kans voor Verstappen.

Verstappen heeft in 2025 en 2026 een nieuwe kans, want na dat laatstgenoemde jaar verdwijnt de Formule 1 uit de Nederlandse badplaats. Het contract wordt niet verlengd. Welk circuit Zandvoort gaat vervangen, is nog niet bekend.

Wat het circuit in 2024 in totaal verdiende met het raceweekend is nog niet bekend. Uit eerdere jaren is gebleken dat de Formule 1 tot zo’n € 25 miljoen aan additionele bestedingen in Zandvoort, oftewel geld dat zonder de Grand Prix niet in de badplaats zou zijn uitgegeven, leidt. In de gehele regio Kennemerland is dat ruim € 61 miljoen. Ook de metropoolregio Amsterdam, op zo’n 25 minuten van Zandvoort, profiteert flink van het evenement, vooral door hotelovernachtingen en horeca-bestedingen.

Onvrede

Maar die vele financiële voordelen hebben ook een keerzijde. Vooral in de directe omgeving van Zandvoort is de onvrede groot, voornamelijk wat betreft de vastgelopen infrastructuur, het lawaai en de drukte. Ook milieuorganisaties proberen het race-evenement al sinds jaar en dag te weren, tot dusver zonder succes. Ook de NS is niet in hun element. Gedurende het raceweekend vervoeren zij liefst 150.000 mensen meer dan normaal, wat ten koste gaat van de dienstregeling elders in het land.