Dit weekend is het Formule-1 circus neergestreken in Amerika. Texas om precies te zijn. Daar is het COTA (Circuit of the Americas) het toneel van de 19e Grand Prix van dit seizoen én – met een oranje tintje – de 100e Formule-1 race voor onze Max Verstappen. Het seizoen zit er alweer bijna op en dat betekent voor een hoop fans, bibberend de winter door – wachtend op de Grand Prix van Zandvoort. Een Grand Prix die met recht écht thuiswedstrijd van Max Verstappen genoemd mag worden. Maar ook een Grand Prix die voor het eerst weer op de kalender staat en dus moeten er aardig wat kosten gemaakt worden. Dát is precies wat wij uitzochten.
Een Formule-1 race organiseren is onbetaalbaar
Althans, dat geldt voor de meesten van ons. Mocht je denken dat je met een paar miljoen op je bankrekening meteen in staat bent je eigen race te realiseren: vergeet het. De prijs van een Grand Prix komt namelijk al gauw uit op $1.000.000.000 – juist, dat is 1 miljard dollar. Overigens is dat een prijs die geschat is. De onderstaande prijzen zijn een resultaat van ruim 15 jaar aan informatie, doorgespit door Christian Sylt – de persoon achter ‘Formula Money’. De Formule-1 doet namelijk al sinds jaar en dag alles eraan om exacte bedragen en de opmaak ervan geheim te houden.
De kosten voor een Formule-1 Grand Prix zijn in dit geval opgedeeld in drie verschillende categorieën. Zo wordt er gesproken over de bouwkosten voor een doorsnee Formule-1 circuit, de jaarlijkse contractuele kosten voor het organiseren van een Formule-1 race én de jaarlijks terugkerende operationele kosten voor een Grand Prix. Uiteraard zijn deze kosten onderhevig aan variabelen zoals het wel of niet zijn van een stratencircuit, of het dag of nachtrace.
Succesvol een Grand Prix hosten is niet altijd even makkelijk
Zoals menig Formule-1 fan wel weet, is het ongelooflijk gecompliceerd om een Formule-1 Grand Prix met succes ieder jaar opnieuw plaats te laten vinden. Zo heeft Frankrijk pas sinds 2018 weer een Grand Prix (10 jaar lang geen race), is de Britse Grand Prix al meermaals een vraagteken geweest vanwege de hoge kosten én heeft Duitsland al meerdere keren een andere uitvalsbasis moeten kiezen (Berlijn, Nürburgring en Hockenheim).
Het is dus beslist niet zo, dat wanneer je zover bent dat je als organisatie een Formule-1 contract in de wacht sleept, daarmee de kous af is. Sterker nog, dan begint het circus pas. De problemen ontstaan dan ook niet vaak bij de creatie van een circuit, maar bij het onderhouden ervan en het trekken van genoeg sponsors en publiek als de Grand Prix eenmaal een feit is.
Een miljoenenrekening voor enkel de ontwikkeling van het circuit
Uiteraard moet men bij het begin beginnen en dat is de creatie van het circuit. Hierbij moet voldaan worden aan zeer strenge eisen. Zo is het essentieel dat de ondergrond van een circuit niet teveel uitzet, of krimpt – daar het circuit dan uiteraard negatief beïnvloed wordt. Daarom is er onder andere een fundament nodig tot op 3 meter diepte – zodat de ondergrond gegarandeerd een x-aantal jaren voor voldoende steun en stevigheid kan zorgen. Hieronder zie je een schematische weergave van de kosten die komen kijken bij de bouw van een traditioneel circuit:
Verplichtingen aan Liberty Media brengen ook een aardige kostenpost met zich mee
Uiteraard is het organiseren van een Formule-1 race een gigantische toeristische trekpleister. Indien dit goed gebeurt, kan een stad of zelfs een land flink profiteren van de randzaken. Denk dan aan toerisme, in iedere denkbare vorm. Juist daarom is het een vrij prijzige aangelegenheid om met de Formule-1 organisatie een contract af te sluiten. India heeft dit aan de levende lijve ondervonden: na 3 jaar werd de Grand Prix van India stopgezet, wegens het niet nakomen van betalingsverplichtingen.
Naast de jaarlijks terugkerende contractuele kosten, is het ook ieder jaar weer raak wat betreft voorzieningen voor een race. Denk dan aan veiligheidspersoneel, de voorzieningen voor het publiek, verzekeringen en de complete pitstraat. Ook hier weer een forse kostenpost. In de onderstaande schema’s wordt duidelijk weergegeven hoeveel geld de gemiddelde organisatie kwijt is aan de zojuist benoemde zaken.
Een Formule-1 Grand Prix is hoe dan ook een ongelooflijk zware organisatorische dobber
Zoals we al eerder aangaven is het geld voor de bouw van een circuit vaak niet het probleem. Het is de contractuele strop én de grote variabelen die ervoor zorgen dat mensen vaak met hun handen in het haar zitten. Denk simpelweg aan het feit dat de Grand Prix van Silverstone vrijwel áltijd last heeft van regenachtig weer. Hoe ga je dan alsnog publiek trekken? Wat doe je met televisierechten en hoe maak je de vrije trainingen en kwalificaties interessant voor het publiek?
Het organiseren van een Grand Prix brengt ongelooflijk veel complexe zaken met zich mee. Het is dan ook niet vreemd dat de kalender zo vaak verandert en er races wegvallen – en bijkomen. De Grand Prix van Nederland, gereden op Circuit Zandvoort, is ook nog geen gesneden koek. Het circuit moet op diverse vlakken aangepast worden (Zandvoort is vrij oud namelijk) én de hordes mensen die vereist zijn voor een sluitende begroting zijn pas gegarandeerd als ze er allemaal zitten in het weekend van de race. Eén geluk: met Max Verstappen heb je als organisatie de beste trekpleister te pakken die je maar kunt wensen.
Bron: Formula Money