In een neurowetenschappelijk onderzoek van Neurensics is onderzocht of het rijden in een Porsche verslavend is. De resultaten laten zien dat Porsche rijden deels dezelfde hersenactiviteit activeert als bekende verslavende stimuli zoals alcohol, koffie, chocolade en seks.
Een Porsche stimuleert op de juiste manier
Onze hersens verwachten dan ook dezelfde mate van genot van het rijden in een Porsche als dat ze dat van andere verslavende dingen verwachten. Dat suggereert dat Porsche rijden potentieel een verslavende prikkel is. Het onderzoek werd uitgevoerd onder toezicht van Prof. Dr. Victor Lamme, verbonden aan de faculteit Cognitieve Neurowetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Lamme: “Bijzonder aan het onderzoek is dat we niet gekeken hebben naar gedrag, maar naar de hersenactiviteit in relatie tot de vraag of Porsche rijden in potentie verslavend is.”
fMRI onderzoek
Voor het onderzoek kregen 21 Porsche rijders in een fMRI-scanner (fMRI: functional Magnetic Resonance Imaging) korte films te zien van verschillende auto’s. Ter vergelijking kregen zij ook beelden te zien van verschillende stimuli die erom bekend staan hersengebieden te activeren waar verslavingen ontstaan. Uit de resultaten kwam naar voren dat het positieve gevoel dat wordt opgewekt door het zien van een Porsche met name plaatsvindt in een gebied dat de nucleus accumbens wordt genoemd; een belangrijk genotsgebied in ons brein.
Verwachting vs bedreiging
Porsche rijden activeert verslavende kenmerken. Aan de ene kant scoort Porsche significant hoger dan andere auto’s op het gebied van de verwachte beloning (Expectation). Tegelijkertijd scoort Porsche lager dan een gemiddelde auto op het gebied van gevaar of bedreiging (Danger). Vergeleken met het rijden in andere auto’s zorgt de anticipatie van het rijden in een Porsche voor een positief gevoel in het brein. “Dat suggereert dat Porsche potentieel een verslavende prikkel kan zijn. Je kan dus potentieel verslaafd raken aan het rijden in een Porsche”, aldus Lamme.
In een korte film worden de uitkomsten van het onderzoek met commentaar van Victor Lamme toegelicht: