De afgelopen vijf jaar hebben stijgende huizenprijzen een opvallende impact gehad op de vermogensongelijkheid in Europa. Recentelijk verzamelde data van de Europese Centrale Bank onthult dat het verschil in rijkdom tussen de 5% rijkste Europeanen en anderen de afgelopen vijf jaar licht zijn afgenomen. Met een gezamenlijke toename van 29% of € 13,7 biljoen in het vermogen van Europese huishoudens, bieden de stijgende huizenprijzen een interessante kijk op de verschuivingen in de economische dynamiek.

Verschil in rijkdom tussen 5% rijkste Europeanen en anderen iets afgenomen

De afgelopen vijf jaar hebben de stijgende huizenprijzen ervoor gezorgd dat het verschil in rijkdom tussen de 5% rijkste Europeanen en hun medeburgers iets is afgenomen. Deze bevinding komt voort uit Europese data over vermogensongelijkheid die verzameld is door de Europese Centrale Bank (ECB) als onderdeel van een experiment. In totaal is het gezamenlijke vermogen van Europese huishoudens met 29% of € 13,7 biljoen toegenomen.

In 2023 vertegenwoordigden de rijkste 5% van de Europese huishoudens iets meer dan 43% van het totale vermogen, terwijl dit percentage in 2017 nog rond de 44% lag. Het grootste deel van het vermogen van de meeste huishoudens wordt gevormd door de waarde van hun woningen. Rijkere Europeanen hebben daarnaast vaak ook vermogens bestaande uit aandelen in bedrijven en andere financiële bezittingen.

Hogere huizenprijzen als belangrijke factor

De sterke stijging van huizenprijzen heeft het verschil tussen de rijksten en anderen verkleind, waardoor middenklasse gezinnen konden inlopen op de top 5% rijkste Europeanen. Het vermogen van een gemiddeld gezin steeg sinds 2016 met ongeveer 40% tot net boven € 150.000, waardoor Nederland tot een van de landen behoort waar ongelijkheid het sterkst is afgenomen. Echter, het verschil tussen huizenbezitters en gezinnen zonder eigen woning is vergroot. In Europa is 60% eigenaar van hun huis, waarbij deze huishoudens er gemiddeld 27% op vooruit zijn gegaan, terwijl het vermogen van de 40% gezinnen zonder eigen woning slechts met 17% groeide.

Het experiment van de Europese Centrale Bank over vermogensongelijkheid biedt inzicht in de verdeling van rijkdom onder de bevolking. Hogere huizenprijzen en een toename in vermogen bij middenklasse gezinnen dragen bij aan een meer gebalanceerde rijkdomverdeling in Europa. Het blijft essentieel om te werken aan het verminderen van ongelijkheid en gelijke kansen voor alle Europeanen te waarborgen. De ECB zal dit experiment blijven uitvoeren om inzicht te krijgen in vermogensongelijkheid en effectief monetair beleid te bevorderen voor een rechtvaardigere verdeling van welvaartsgroei.