Parkeren, ooit bedoeld als een middel om verkeersstromen te reguleren en de beschikbaarheid van parkeerplaatsen te bevorderen, is uitgegroeid tot een lucratieve bron van inkomsten voor steden wereldwijd. In Nederland, zoals elders, is parkeren een controversieel onderwerp geworden, waarbij de balans tussen beleidsdoelstellingen en financiële belangen vaak op gespannen voet staat. Recentelijk heeft een onderzoek naar de parkeeropbrengsten van de vier grootste steden van Nederland: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, onthuld dat deze gemeenten aanzienlijke bedragen genereren uit parkeerkosten.

Bestuurders betalen in totaal € 1,32 miljard aan parkeren

Parkeren blijft een substantiële bron van inkomsten voor gemeenten, met de vier grote steden: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, die voor 2024 een aanzienlijke toename van parkeerinkomsten hebben begroot. Volgens prognoses zal er in dat jaar naar schatting maar liefst € 96 miljoen meer in de gemeentekassen stromen dan het voorgaande jaar. Gezamenlijk gaan deze steden ervan uit dat ze ruim € 752 miljoen aan parkeerheffingen zullen innen, wat een opvallende stijging betekent vergeleken met voorgaande jaren. Deze groei wordt verder benadrukt door een vergelijking met 2017, waarbij automobilisten bijna € 403 miljoen extra betalen als gevolg van stijgende parkeertarieven. Weggebruikers betalen in totaal € 1,32 miljard voor het parkeren van hun voertuigen. Dit duidt op een significante stijging van € 554 miljoen in vergelijking met zeven jaar terug.

Amsterdam blijft onbetwist de koploper als het gaat om het binnenhalen van parkeerinkomsten, met een indrukwekkende som van € 367 miljoen. In het hart van de stad is parkeren een kostbare aangelegenheid, met een tarief van maar liefst € 7,50 per uur, wat in lijn is met het streven van het stadsbestuur om auto’s zoveel mogelijk uit het centrum te weren. Bovendien laat Amsterdam ook een opmerkelijke toename zien in het aantal uitgeschreven parkeerboetes. Met 574.400 ‘naheffingen’ heeft de stad in totaal € 38,3 miljoen binnengehaald, een stijging van ruim € 5 miljoen vergeleken met het voorgaande jaar.

Geen winst door parkeerkosten vanwege wettelijke beperkingen

Rotterdam volgt Amsterdam echter nauw op de voet. Met een bedrag van € 34,2 miljoen aan uitgeschreven boetes in 2024, en een begroot bedrag van € 38,5 miljoen voor hetzelfde jaar, heeft de stad een vergelijkbare trend laten zien. Echter, ondanks deze aanzienlijke inkomsten houdt Rotterdam er geen winst aan over vanwege wettelijke beperkingen. De saldo-opbrengst versus de kosten blijft altijd neutraal of negatief, wat een uitdaging vormt voor het financiële plaatje van de stad.

Het aantal uitgeschreven parkeerboetes in steden neemt gestaag toe, gedeeltelijk als gevolg van de uitbreiding van betaald parkeren in prominente stedelijke gebieden. Daarnaast draagt de groeiende inzet van scanauto’s bij aan de toename van uitgeschreven boetes. Den Haag, bijvoorbeeld, heeft het aantal scanauto’s uitgebreid om dagelijks alle parkeerplekken minstens één keer te controleren. Door regelmatige bezoeken aan hotspots en herhaalde controles gedurende de dag trachten de autoriteiten de naleving van parkeerregels te verhogen en de bereidheid tot betaling te vergroten.