De bekende Zweedse skiër en ondernemer Jon Olsson heeft opnieuw een opvallend project gerealiseerd: een aangepaste Lamborghini Urus. Geïnspireerd door een ritje in de Mansory Urus van de Nederlandse YouTuber Enzo Knol, besloot Olsson dat het tijd was om zelf een exemplaar aan te schaffen en volledig naar eigen smaak aan te passen.
Jon Olsson voorziet zijn Lamborghini Urus van een nieuw jasje
Jon Olsson staat bekend om zijn passie voor extravagante auto-aanpassingen. Hoewel het een tijdje stil was rondom zijn autoprojecten, heeft hij de draad weer opgepakt. Na eerdere successen met onder andere een Rolls-Royce Wraith, een Mercedes G-Klasse en een Phantom, is het nu de beurt aan de Lamborghini Urus. Interessant is dat veel van zijn projecten een connectie hebben met Nederland. Absolute Motors, een specialist in luxe autobekleding en tuning, heeft ook bij dit project een rol gespeeld door de widebodykit van 1016 Industries te installeren voordat Olsson de auto kocht.
Dit bericht op Instagram bekijken
De keuze voor een Urus werd mede ingegeven door een proefrit in Nederland. Tijdens een bezoek aan het land in juni reed Olsson in de Mansory Urus van Enzo Knol. Deze ervaring liet zoveel indruk achter dat hij kort daarna besloot zijn eigen Urus te bemachtigen.
Kenmerkende camouflagewrap
Hoewel de auto al voorzien was van een widebodykit, kon Olsson het niet laten om zijn kenmerkende stijl aan de Urus toe te voegen. Het resultaat is een auto met een opvallende camouflagewrap, een element dat Olssons voertuigen vaak onderscheidt. Daarnaast is de Urus uitgerust met aerodisc-velgen en is de ophanging fors verlaagd, wat bijdraagt aan het agressieve uiterlijk.
Ook onder de motorkap is de auto grondig aangepakt. Waar de standaard Urus 650 pk levert, is Olssons versie getuned tot een indrukwekkende 1.019 pk. Dit is mogelijk dankzij de aanpassing van de motor om E85-brandstof te gebruiken, wat zorgt voor extra vermogen. Uiteraard ontbreekt een bijzonder luid uitlaatsysteem niet, een kenmerk dat past bij Olssons flamboyante stijl.
