Nederlanders hebben in 2024 een recordbedrag aan spaargeld opzijgezet, zo blijkt uit cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB). Aan het einde van het jaar stond er in totaal € 600,5 miljard op betaal- en spaarrekeningen. Dit is een forse stijging ten opzichte van voorgaande jaren en benadrukt de fikse toename in spaargedrag onder Nederlanders.

Nederlanders hadden in 2024 liefst € 600,5 miljard aan spaargeld

In 2024 werd € 24,2 miljard gespaard, een aanzienlijk hoger bedrag dan in 2023, toen de groei € 14,9 miljard bedroeg. Alleen tijdens de coronajaren, in 2020 en 2022, werd er nog meer gespaard, met een gemiddelde van € 38,7 miljard per jaar. In totaal stond er aan het eind van 2024 € 600,5 miljard op betaal- en spaarrekeningen van Nederlandse huishoudens.

Een belangrijke oorzaak van deze groei is de combinatie van loonstijgingen en inflatie. Volgens DNB zijn Nederlanders door de stijgende kosten voor levensonderhoud voorzichtiger geworden met hun bestedingen, waardoor ze meer geld apart zetten voor onvoorziene uitgaven.

Verschuiving naar spaarrekeningen

De stijging in het totale spaargeld is voornamelijk terug te zien op spaarrekeningen. In 2024 groeide het bedrag op deze rekeningen van € 458,9 miljard naar € 487,1 miljard. Tegelijkertijd nam het saldo op betaalrekeningen juist af met € 4 miljard.

Een verklaring hiervoor is de hogere rente op spaarrekeningen in vergelijking met betaalrekeningen. Nederlanders maken daardoor vaker de bewuste keuze om geld van hun betaalrekening over te hevelen naar een spaarrekening, waar het beter rendeert. Ook het gebruik van spaarrekeningen met een vaste looptijd neemt toe. In 2022 stond nog 10,9% van het totale spaargeld op een rekening met een vaste termijn, terwijl dit in 2024 is gestegen naar 15,3%. Vooral depositorekeningen met een looptijd van maximaal één jaar blijken populair.

Dalende rente beïnvloedt spaartrend

Hoewel 2024 een succesvol spaarjaar was, lijkt de dalende rente in de komende periode invloed te hebben op de spaartrend. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft sinds juni vier keer de rente verlaagd, en analisten verwachten dat deze trend zich voortzet. Een verdere verlaging met 25 basispunten zou de rente op 2,75 procent brengen. Omdat banken hun spaarrentes baseren op het beleid van de ECB, is de verwachting dat ook de spaarrentes verder zullen dalen. Toch blijft sparen verstandig, stelt Sieto de Vries, spaardeskundige bij Geld.nl tegenover De Volkskrant. Volgens hem is Nederland economisch gezien in een uitdagende positie, met een hoge inflatie en stijgende loonkosten die uiteindelijk doorberekend worden in de prijzen van producten.

De Vries verwacht dat, ondanks de dalende rente, Nederlanders hun spaargeld blijven vastzetten op rekeningen met een vaste termijn. Dit biedt namelijk nog steeds een aantrekkelijke rente van gemiddeld 3,1% voor looptijden van één tot twee jaar.