Wanneer we met jullie praten over de reviews die wij normaliter doen rondom auto’s, dan is het merk MINI Cooper misschien niet het eerste dat in je hoofd naar boven komt. Het merk staat vooral bekend om hun ‘kleine’ karakteristieke hatchbacks. Toch lijkt er met de laatste generatie MINI’s wel degelijk een weg in te zijn geslagen die heel veel raakvlakken heeft op ’t gebied van luxe. Combineer dat vervolgens met een top-range model én een geweldig sportief sausje en je krijgt ineens een MINI cooper die wel degelijk Pure Luxe is. We reden in de nieuwe MINI Cooper John Cooper Works.
De nieuwe MINI Cooper John Cooper Works is spectaculair
Een tijd terug reden we natuurlijk al in Portugal met een groep nieuwe MINI’s. Destijds konden we onder de stralende zon testen hoe de nieuwe generatie MINI’s zich weet te onderscheiden van de MINI’s zoals we die eerder altijd kenden. De auto heeft meer ‘flair’ gekregen om het zo te omschrijven, maar zonder daarin door te slaan. Details als de Union Jack in de achterlichten en sfeerverlichting in het dashboard (onder andere) maken dat de auto steeds meer doordacht lijkt te zijn. Het zijn zaken die ons al opvielen tijdens het testen van de nieuwe MINI Cooper S en dit viel ons ook weer op bij het rijden in de MINI Cooper JCW.
Logischerwijs willen we geenszins een vergelijk maken tussen de MINI Cooper S en de MINI Cooper John Cooper Works – beiden zijn ontstaan vanuit een hele andere insteek. Toch is het aantrekkelijk om te zien wat men moet overtuigen om ruim €50.000 neer te tellen voor een enorm snelle MINI Cooper. Want, als we iets met enige zekerheid durven te stellen, dan is ’t wel dat de JCW aardig uit de voeten kan komen.
Een wolf in sportieve schaapskleren
De MINI Cooper John Cooper Works is een ode aan de dagen van racerij onder het toeziend oog van John Cooper. De originele MINI Cooper werd gebouwd op basis van de Morris Mini-Minor. Deze creatie werd door de Cooper Car Company vakkundig aangepast om er onder andere rally’s mee te rijden. Het maakte dat John Cooper en z’n vader al zeer snel MINI’s wist te reproduceren die vele malen sportiever waren dan de bestaande MINI Cooper.
Vandaag de dag is de MINI Cooper JCW een bolide die met een aardige portie respect bekeken en bereden mag worden. Zoals we jullie vorige keer ook al wisten te vertellen zijn we aangenaam verrast wat betreft het ‘volwassen’ zijn van de nieuwe MINI. Bij de JCW-uitvoering komt dit gevoel nog sterker naar buiten. Het is namelijk een auto die – in tegenstelling tot voorgaande generaties MINI – ‘af’ voelt. Waar we voorheen bij het rijden van een MINI nog al eens het idee hadden dat het toch niet helemaal stevig in elkaar zat, of juist iets miste, daar is dat nu totaal niet meer het geval. De auto is klaar en een serieuze speler binnen de ‘hot hatch’-categorie. Bovendien heeft MINI weer een voortreffelijk kunstje afgeleverd op het gebied van styling.
De twinpower 2-liter Turbomotor is een genot
Waar een standaard MINI al aardig sportief uit de hoek kan komen – mede door de korte wielbasis – is de MINI Cooper John Cooper Works helemaal een explosief karretje. De bolide sprint in iets meer dan 6 seconden van 0 tot 100km/u en stuurt enorm strak. Daarnaast zorgt de automatische bak voor een soepele overgang tussen de versnelling. Een kleine kanttekening: de reactiesnelheid wanneer je besluit zelf te ‘flipperen’ is aanzienlijk lager. Een minimaal verschil zal er altijd zijn, maar in mijn ogen is het net iets te aanwezig bij het semi-manueel schakelen.
Verder is het blok dat men in deze nieuwe Cooper JCW heeft gelegd een genot om te rijden. Wat opviel is ’t feit dat de MINI eigenlijk non-stop uitnodigt om het gas flink in te trappen. Zodra je gaat zitten omklemmen de kuipstoeltjes je rug en zij en zit je onbewust al in ‘race-mode’. Het leukste aspect komt tot uiting wanneer de motor goed warm is en je ‘m flink doorjaagt in de toeren. Zodra je het gas dan loslaat, dan begint de JCW te knetteren als een volleert klappertjespistool – nou vooruit, iets indrukwekkender dan.
Het ontbreekt aan niets binnenin de John Cooper Works
Aan de buitenzijde wordt het publiek direct duidelijk gemaakt dat het een snelle MINI betreft. Met een agressievere voorbumper, forse side-skirts en de bijpassende achterbumper met gecentreerde dubbele uitlaat kun je prima voor de dag komen. De MINI Cooper John Cooper Works heeft bovendien een aangepast onderstel dat veel sportiever voor de dag komt dan de standaard MINI. Het stopt echter niet bij deze grote uiterlijke kenmerken (voorzover het onderstel daar ook bij hoort). In het interieur gaat het feestje gewoon door.
Mensen die een MINI kopen mogen mijn ogen niet verwachten dat ze een interieur aantreffen dat het midden houdt tussen klassiek Engels en saai Duits. Een MINI is speels – altijd geweest, dat zal ook altijd zo blijven. Het interieur weet dit DNA perfect te uiten: ‘bolle’ vormen en een indrukwekkende aanwezigheid van details en knopjes. Bovendien heeft het merk goed gebruik gemaakt van sfeerverlichting – welke overigens naar smaak is aan te passen. Zo kun je je MINI in de nachtelijke uurtjes voorzien van ieder denkbaar kleurtje. Een optie die wat ons betreft zou misstaan op bijvoorbeeld een Golf of A-klasse, maar deze MINI als gegoten zit.
Stoelverwarming, multimedia-systeem met groot touchscreen-scherm en stuurbediening zijn enkele opties. Daarnaast wordt de bolide uitgevoerd met een heads-up display. Deze lijkt op papier aardig overbodig, maar is in de praktijk verdomd handig. Het weergeven van snelheden, richtingaanwijzigingen en muziekkeuze zijn enkele van de informatieve aspecten die er weer worden gegeven.
De MINI Cooper JCW misstaat niet in je garage – naast een andere auto
Zoals misschien wel duidelijk wordt uit de tekst hierboven ben ik aardig te spreken over de laatste generatie Cooper JCW. Het is een auto met pit, die makkelijk uit de voeten kan, maar waar je onder ’t rijden aan niets ontbreekt. Ja, het interieur mag door sommigen misschien speels of ‘druk’ genoemd worden, maar dat is een kwestie van smaak. Is dat bij auto’s niet altijd zo? Mensen die twijfelen over de aankoop van een MINI Cooper John Cooper Works – die twijfelen over de kleur, niet over een andere auto. Het is een auto die je moet rijden omdat je MINI een warm hart toedraagt. Een auto die leuk is omdat ‘ie iedere volwassen persoon een beetje kind laat voelen.
Toch schoot bij mij al snel de vraag door het hoofd ‘wie koopt deze auto nou?‘. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben zeer te spreken over de auto, ik denk dat de fun-factor bij (nieuwe) auto’s onder de €100.000 voornamelijk bij dit soort bolides te vinden is. Een MINI Cooper John Cooper Works, een BMW M2 – die kleine ‘rakkers’ met pit. Dat zijn absolutie levensgenieters. Toch is juist dat ook weer het puntje van kritiek: wie gaat een MINI Cooper van ruim €50.000 kopen? Het antwoord: de vermogende persoon die een leuk ‘autootje’ voor erbij zoekt.
Plezier zoals het zou moeten zijn
Deze MINI zal nooit alleen in een garage staan. Misschien bij puristen, maar dat is een uitzonderlijk gezelschap (al zijn er MINI-fans over de hele wereld). De MINI Cooper John Cooper Works is een formidabel stukje techniek. Een stukje automotive dat niet doorontwikkeld is, maar precies op ’t juiste moment uit de oven is gehaald. Niet perfect gepolijst, maar net goed genoeg om te slagen in z’n doel: plezier. Want zo zie ik deze MINI: als ultiem plezier op een manier die niet schreeuwerig is. Let wel: vergelijk deze auto dan ook niet met andere ‘snelle’ bolides. Hoe je ’t ook wendt of keert, de MINI is een klasse apart. Ik ben er fan van, niet omdat ik dat moet zijn – maar omdat ik dat wil.