De Italiaans-Nederlandse investeringsmaatschappij Exor heeft 15% van de aandelen van elektronicabedrijf Philips aangekocht. De investeringsmaatschappij van de Italiaanse miljardairsfamilie Agnelli wil zich op deze manier nadrukkelijker mengen en roeren in de zorgtechnologische sector. Met de deal is zeker € 2,6 miljard gemoeid.

De ondergang van Philips

Philips stond lange tijd te boek als Nederlands’ trots, maar dat imago heeft het al decennia niet meer. Het van oorsprong Eindhovense bedrijf werd al in 1891 opgericht door Frederik Philips, in eerste instantie als gloeilampenbedrijf. In de decennia die volgden gold Philips als lands meest vooruitstrevende bedrijf. Die vooruitstrevendheid bleek wel, bijna 20 jaar later. Philips groeit zo hard dat het bedrijf vanaf 1910 een hele wijk optuigt om alle arbeiders te huisvesten. Onder erbarmelijke omstandigheden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelt Philips een significante rol op het gebied van radiocommunicatie. Duitsland wordt een grote afnemer van de apparatuur van het Nederlandse bedrijf. Daardoor vallen er op zondag 6 december 1942, om vijf over half één ’s middags, ineens bommen uit de lucht boven Eindhoven. Dat kwam vanuit de geallieerden, met als doel de Philips-leveringen aan de Duisters te dwarsbomen.

In de jaren die volgden manifesteert Philips zich als ware grootheid. Rondom de jaren ’60 ontdekken ook burgers de apparaten van Philips. Het cassettebandje (1963) en de cd (1982, in samenwerking met Sony) spelen daar een grote rol in. In 1984 zet Philips ook een dochterbedrijf op, tegenwoordig bekend als ASML, de chipmachinemaker die zich steeds meer roert in de mondiale geopolitiek. Het bedrijf was daarnaast jarenlang hoofdsponsor van de Eindhovense voetbalclub PSV – hun stadion is nog altijd naar het bedrijf vernoemd.

Maar na 2008 is het kommer en kwel bij het tegenwoordige zorgtechnologieconcern. Van de ruim 400.000 werknemers, begin jaren zeventig, zijn er in 2013 nog maar 116.000 over, mede door de economische crisis van 2008. Vanaf 2021 slaat het bedrijf een nieuwe weg in: enkel nog medische apparatuur. Philips verdiept zich in het ontwikkelen van apneu-apparaten. Maar dat gaat faliekant mis: het bedrijfmoet vanaf 2021 miljoenen ademmaskers terugroepen na berichten dat ze onveilig zijn. Na die berichten is de beurskoers in anderhalf jaar tijd met zo’n 70 procent gedaald. In 2022 draaide het van oorsprong Eindhovense bedrijf een verlies van € 1,6 miljard.

Italiaanse miljardairsfamilie koopt 15% van aandelen

Dat alles weerhoudt de familie Agnelli echter niet: zij kopen voor 155, oftewel € 2,6 miljard, aan aandelen bij Philips. De Agnelli-familie is invloedrijk, zij zijn de oprichters van autofabriek Fiat en eigenaren van voetbalclub Juventus. Hun investeringsbedrijf Exor heeft ook aandelen in Stellantis (de autofabrikant van onder meer Peugeot, Citroën en Opel), Ferrari en vrachtwagenmaker Iveco. Exor heeft in totaal voor zo’n € 33 miljard aan aandelen in verschillende bedrijven.

De familie krijgt bij het bedrijf een flinke vinger aan de pap. Zo mogen zij één persoon voordragen voor in de raad van commissarissen en heeft het straks in de aandeelhoudersvergadering een belangrijke stem. In een reactie op de investering zegt topman John Elkann: “De nieuwe richting die Philips de afgelopen jaren is ingeslagen, heeft een bedrijf gecreëerd dat twee gebieden – gezondheidszorg en technologie – combineert waar wij heel erg achter staan”.