Een kamer zoeken in Amsterdam, Rotterdam of Utrecht? Succes. Niet alleen is het lastig om überhaupt iets te vinden, de kosten lopen alsmaar op. Kijk niet raar op van een kamertje van 7 vierkante meter waar meer dan € 700 maandelijkse huur voor wordt gevraagd. Een logische vervolg is dat steeds meer studenten bij hun ouders blijven wonen.
Meer internationale studenten, minder huizen
Ook de invoering van het leenstelsel in 2015 speelt in grote rol in waarom Nederlandse studenten minder vaak op kamers wonen, blijkt uit de jaarlijkse Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Momenteel woont 44 % van de Nederlandse studenten op kamers, een stuk minder dan in het collegejaar 2015-2016 toen dat 53 % was.
Ten opzichte van 2015-2016 wonen er in totaal echter wel meer studenten op kamers, maar dat heeft te maken met de toename van internationale studenten: het aandeel van internationale studenten is gestegen van 9% in 2015/16 naar 16% nu. Het tekort aan studentenwoningen is echter wel gedaald ten opzichte van vorig jaar: van 27.000 naar 23.700.
Foto: Kences
“Dat steeds minder Nederlandse studenten uit huis gaan, is slecht nieuws”, aldus Jolan de Bie van Kences, uitgever van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. “We weten dat het op kamers wonen bijdraagt aan het welzijn en de ontwikkeling van studenten en jongeren. Uit huis gaan is een natuurlijke stap naar zelfstandigheid.”
In steden als Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Den Bosch, Utrecht en Zwolle is op dit moment al sprake van een zeer krappe woningmarkt voor studenten. “Met de invoering van de basisbeurs neemt naar verwachting het landelijke kamertekort de komende jaren toe naar 39.600 tot 56.700 woonruimten in 2030/31”, aldus het rapport van Kences.
Actieplan van het kabinet om de tekorten aan te vullen
Om het woningtekort onder studenten aan te pakken, zijn er verschillende initiatieven genomen door universiteiten, gemeenten en de overheid. Dit omvat het bouwen van nieuwe studentenwoningen, het omzetten van leegstaande gebouwen in studentenhuisvesting en het stimuleren van de bouw van betaalbare huurwoningen. Er zijn ook particuliere huisvestingsaanbieders en woningcorporaties die proberen te voorzien in de vraag naar studentenhuisvesting.
Zo heeft het kabinet bijvoorbeeld een actieplan geïntroduceerd met het streven om 60.000 extra studentenwoningen in acht jaar tijd te gaan bouwen. Dat is nodig, want in 2022 waren er naar schatting 23.700 studentenwoningen te weinig. Dat zou tegen 2030 op kunnen lopen 56.800, als er geen actie wordt ondernomen.
“Met dit actieplan kunnen we samenwerken om de grote uitdagingen rond studentenhuisvesting aan te pakken”, aldus Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.